Jaarstukken 2018

Toelichting op de balans per

O.8 Boekwinst Essent

Reserve O.8

89001523 Boekwinst Essent

Soort reserve

overige bestemmingsreserve

Wenselijk minimum bedrag

€ 20.000.000

Wenselijk maximum bedrag

n.v.t.

Doel van de reserve

dekking van investeringen in activa met maatschappelijk nut

Voeding uit

opbrengst verkoop Essent aandelen

Bespaarde rente

tot 2018 toegevoegd aan de exploitatie

(bedrag x 1.000)

Raming 2018

Werkelijk 2018

Verschil 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Stand reserve 1-1-

30.545

30.545

29.118

27.932

26.642

WMO bruikleenvoorzieningen-sterfhuis-constructie

120

0

120

178

238

Terugstorting provinciaal subsidie Dorpstraat

20

-20

Totaal toevoegingen

120

20

100

178

238

Kaptiaallasten (afschrijving):

Externe E-dienstverlening

-102

-102

-102

-191

-90

Interne E-dienstverlening

-51

-51

-51

-51

-25

Informatiebeveiliging

-8

-8

E-dienstverlening

-26

-26

Project Just Join

-34

-34

MIP: naar reserve Infrastructuur

-1.000

-1.000

-1.000

-1.000

-1.000

MIP: naar reserve Openbare verlichting

-295

-295

-212

-218

-204

Totaal onttrekkingen

-1.447

-1.447

-1.364

-1.528

-1.386

Stand reserve 31-12-

29.218

29.118

100

27.932

26.642

25.256

Toelichting:

De reserve is ontstaan uit de verkoop van de aandelen Essent, waarvan de liquide middelen in een beleggingsportefeuille zijn ondergebracht.

Deze reserve zal worden ingezet voor:

1. Investeringen met maatschappelijk nut:

Uitgangspunt in het oude BBV was dat investeringen die geen opbrengsten genereren (maatschappelijk nut) in principe ineens werden afgeschreven en niet werden geactiveerd. Tot en met 2017 zijn circa € 24 miljoen aan boekwaarde ineens afgeschreven. Met het oog op een betere vergelijkbaarheid van de kosten, wordt in het nieuwe BBV ingaande 2017 de systematiek van activering en afschrijving voor alle investeringen gelijk getrokken: investeringen met een maatschappelijk nut dienen, evenals investeringen met een economisch nut, te worden geactiveerd en over de verwachte levensduur te worden afgeschreven. Daarmee wordt tevens bevorderd, dat de kosten van de investeringen ten laste komen van burgers en bedrijven, op het moment dat zij er nut van hebben. Voor de investeringen m.b.t. infrastructuur is bij het vaststellen van de begroting 2017 een dekkingsreserve Infrastructuur ingesteld. Inzet van de reserve leidt tot een lager (incidenteel) begrotingstekort, waardoor het mogelijk is om tijdelijk een hoger voorzieningenniveau te creëren. Ten tijde van krimp en economische recessie gaat hier een positief effect vanuit.

2. WMO bruikleenvoorzieningen (1e rarap 2012):

Voor 2012 heeft een nieuwe aanbesteding plaatsgevonden. De nieuwe voorzieningen worden geleverd door de nieuwe leverancier. Met de oude leverancier is voor de oude voorzieningen een sterfhuisconstructie afgesproken. De keuze voor de sterfhuisconstructie heeft tot gevolg dat tot en met 2015 tekorten ontstaan. Vanaf 2016 gaan overschotten ontstaan. Er wordt dus geïnvesteerd om op lange termijn bezuinigingen te realiseren. De resultaten tot en met 2022 worden verrekend met de reserve Boekwinst Essent.

Jaar Resultaat

2012 -208.925 2015 -48.992 2018 119.941

2013 -156.614 2016 6.319 2019 178.252

2014 -103.303 2017 62.630 2020 237.500

Minimumniveau

Door het minimumniveau van de reserve te stellen op € 20.000.000 zijn in de toekomst ook nog middelen beschikbaar voor de vervanging van investeringen met maatschappelijk nut. Er zijn investeringen met maatschappelijk nut die een terugkerend karakter hebben (variërend van 20 tot 25 jaar), zoals renovaties c.q. reconstructies van wegen en openbare verlichting. Voor deze investeringen is door aanwending van de reserve geen vervangingsruimte aanwezig. Wanneer de afschrijvingen van deze investeringen ongelimiteerd worden gedekt uit reserves, ontstaan op enig moment de situatie dat er zowel binnen de begroting als binnen de reserve geen ruimte aanwezig is om deze investeringen te dekken.