Jaarstukken 2018

Toelichting op de balans per

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Algemeen
Uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening in mindering gebracht. De voorziening betreft met name de vorderingen op debiteuren inzake sociale uitkeringen en de vorderingen op de overige gemeentelijke debiteuren.

De in de balans opgenomen uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

(bedrag x 1.000)

Boek- waarde 31-12- 2018

Voorzie-ning Oninbaar-heid

Balans- waarde 31-12- 2018

Balans- waarde 31-12- 2017

Vorderingen op openbare lichamen

5.036

-14

5.022

4.180

Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen

0

0

Overige verstrekte kasgeldleningen

0

0

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

20

20

3.601

Rekening-courantverhouding met het Rijk

0

0

Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen

1.659

1.659

1.415

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een
rentetypische looptijd korter dan één jaar

0

0

Overige vorderingen

5.141

-503

4.638

2.611

Overige uitzettingen

0

0

Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter
dan één jaar

11.856

-517

11.339

11.807

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rente-typische looptijd korter dan één jaar
Overtollige middelen dienen in principe in de schatkist aangehouden te worden. Hierop zijn vier
uitzonderingen: nazorgfondsen zoals ingesteld op basis van de Wet Milieubeheer, middelen op een geblokkeerde rekening bij de belastingdienst, bestaande beleggingen (peildatum 4 juni 2012) en een drempelbedrag. Een drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van het begrotingstotaal) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In beginsel moeten alle overtollige middelen in de schatkist worden aangehouden, tenzij die onder het drempelbedrag gerekend kunnen worden. Per kwartaal mag het gemiddelde van deze middelen niet boven het drempelbedrag uitkomen. Overtollige middelen op de BNG rekening worden dagelijks automatisch naar de schatkist afgeroomd.

(bedrag x 1.000)

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

Verslag-jaar

(1)

Drempelbedrag

589,637

kwartaal 1

kwartaal 2

kwartaal 3

kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

53

230

0

162

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

537

359

590

427

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslag-jaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

78.618

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

78.618

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 +)4c"*0,002 met een minimum van € 250.000

Drempelbedrag

589,64

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

kwartaal 1

kwartaal 2

kwartaal 3

kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

4.727

20.954

0

14.922

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) = (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

53

230

0

162

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering .